De meeste practische informatie staat op de website van de HOVO Leiden.
In de oudheid konden de Babyloniërs al kwadraat afsplitsen en tweedegraadsvergelijkingen oplossen.
De Arabieren losten derdegraadsvergelijkingen met behulp van kegelsneden op.
In Italië kwam de doorbraak naar het algebraïsch oplossing van derde- en vierdegraadsvergelijkingen. Daar bleken ook nieuwe `imaginaire' getallen nodig om de formules te kunnen laten werken. Namen: Tartaglia, del Ferro, Cardano, Bombelli.
Veel onderzoek naar de relatie tussen oplossingen en coëfficiënten: Newton, Lagrange, Vandermonde.
Ruffini en Abel: geen formule voor de vijfdegraadsvergelijking.