Klaas Pieter Hart
Juni 1998
In het werk van Brahmagupta (zevende eeuw, India)
wordt uitgelegd hoe
door
te
delen: vermenigvuldig beide met
, we krijgen dan
en
; het quotiënt van deze getallen is
.
Kunnen we dit recept `ontcijferen'?
In februari hebben we gezien dat voor `eenheid' staat, een puntje
boven een cijfer voor een minteken en dat alles wat achter
elkaar staat opgeteld moet worden.
Maar wat is die
?
Wel
maal
is eigenlijk
en dat is een merkwaardig product waar
uit komt.
Het verschil moet
zijn en dat is nou net
,
dus misschien staat de
wel voor worteltrekken.
En inderdaad, als we de
zo opvatten dan luidt het recept:
bereken
Door de eeuwen heen zijn er diverse symbolen voor wortels bedacht; de
Egyptenaren gebruikten bijvoorbeeld een soort winkelhaakje:
.
In Europa werden in het begin letters gebruikt: de
,
als eerste letter van radix (wortel), en de
, als eerste letter
van latus (zijde van een vierkant).
Een beetje lastig was wel dat die letters ook voor de onbekende (onze
)
werd gebruikt; je moest dat bij het lezen maar uit de context opmaken.
De Schot John Napier (de uitvinder van de logaritmen) had wel een heel
bijzondere manier om wortels aan te geven: was de gewone wortel,
was de vijfdemachtswortel, en
was bijvoorbeeld de
vierdemachtswortel.
Je kunt dit aflezen door naar de toetsen op een telefoontoestal te kijken:
de
zit als het ware om de
heen, en de
om de
.
Deze notatie heeft het niet lang volgehouden, te meer daar het bekende
steeds vaker gebruikt ging worden.
De oorspong van
is, geloof het of niet, een puntje.
In een aantal manuscripten van rond 1500 werd een puntje gebruikt om de
wortel aan te geven; dat puntje werd een stevige stip met een staartje er
aan
en dat veranderde
uiteindelijk in het
wortelteken dat we nu kennen.
Toen het symbool
eenmaal geaccepteerd was moest nog bedacht worden
hoe je andere wortels aan moest geven en hoe je wortels uit grote
uitdrukkingen op op moeten schrijven.
Voor bijvoorbeeld de derdemachtswortel werden diverse schrijfwijzen
gehanteerd:
(C van Cubus) of
of
of het nu gebruikte
.
Het is helaas niet duidelijk wie voor de doorbraak van de laatste heeft
gezorgd.
Van het streepje in
weten we wel wie het als eerste
gebruikt heeft: Reneé Descartes gebruikte het in zijn
Géométrie:
In Nederland werd
ook gebruikt om kwadraten aan te geven:
in het tijdschrift Maandelijkse Mathematische Liefhebberije
(1754-1769) kon je regelmatig
vinden voor de wortel uit
en
voor het kwadraat van
(er voor: worteltrekken,
(er achter: kwadrateren).