Partiėle afgeleiden
> | restart: |
Zi e: Stewart, § 14.1 - § 14.4. We beginnen met het laden van het pakket plots :
> | with(plots): |
De grafieken in figuur 10 van § 14.1 van Stewart kunnen alsvolgt worden geproduceerd:
> | plot3d((x^2+3*y^2)*exp(-x^2-y^2),x=-3..3,y=-3..3); |
> | plot3d((x^2+3*y^2)*exp(-x^2-y^2),x=-3..3,y=-3..3,orientation=[145,120]); |
> | plot3d(sin(x)+sin(y),x=-5..5,y=-5..5); |
> | plot3d(sin(x)*sin(y)/(x*y),x=-10..10,y=-10..10); |
In voorbeeld 11 van § 14.1 worden de
niveaukrommen
van de functie
bepaald resulterend in de
contour map
in figuur 16. In Maple kan dit worden gedaan met behulp van het commando
contourplot
:
> | contourplot(sqrt(9-x^2-y^2),x=-4..4,y=-4..4); |
We kunnen echter ook gebruikmaken van het commando implicitplot alsvolgt:
> | implicitplot({seq(x^2+y^2=9-k^2,k=0..3)},x=-4..4,y=-4..4,numpoints=10000); |
Als we nu proberen deze niveaukrommen op hoogte voor te stellen zodat ze een oppervlak vormen, dan krijgen we:
> | plot3d(sqrt(9-x^2-y^2),x=-4..4,y=-4..4,filledregions=true,style=contour); |
De grafiek van de functie in figuur 7 is:
> | plot3d(sqrt(9-x^2-y^2),x=-4..4,y=-4..4); |
Een functie
van twee variabelen
en
kan alsvolgt worden gedefinieerd:
> | f := (x,y) -> -x*y*exp(-x^2-y^2); |
Vergelijk met figuur 19 van § 14.1:
> | contourplot(f(x,y),x=-2..2,y=-2..2); |
> | plot3d(f(x,y),x=-2..2,y=-2..2); |
De
eerste partiėle afgeleiden
van
zijn:
> | diff(f(x,y),x); diff(f(x,y),y); |
Hier hebben we de expressie
respectievelijk gedifferentieerd naar de variabelen
en
.
Als functies worden deze genoteerd als:
> | D[1](f); D[2](f); |
Kijk nu eens naar voorbeeld 3 van § 14.3:
> | f := (x,y) -> sin(x/(1+y)); |
De eerste partiėle afgeleiden zijn:
> | D[1](f); D[2](f); |
Voorbeeld 4 van § 14.3:
> | eq:=x^3+y^3+z^3+6*x*y*z=1; |
Figuur 6:
> | implicitplot3d(eq,x=-2..2,y=-2..2,z=-2..2); |
De
eerste partiėle afgeleiden
van
naar de variabelen
en
zijn respectievelijk:
> | implicitdiff(eq,z,x); |
> | implicitdiff(eq,z,y); |
Voorbeeld 6 van § 14.3:
> | f := (x,y) -> x^3+x^2*y^3-2*y^2; |
De eerste partiėle afgeleiden zijn:
> | D[1](f); D[2](f); |
De tweede partiėle afgeleiden zijn:
> | D[1,1](f); D[1,2](f); D[2,1](f); D[2,2](f); |
Differentiėren we de expressie
dan krijgen we:
> | diff(f(x,y),x$2); diff(diff(f(x,y),x),y); diff(diff(f(x,y),x),y); diff(f(x,y),y$2); |
Voorbeeld 7 van § 14.3:
> | f := (x,y,z) -> sin(3*x+y*z); |
> | D[1,1,2,3](f); |
> | diff(diff(diff(f(x,y,z),x$2),y),z); |
De
stelling van Clairaut
in
§ 14.3 stelt dat de gemengde tweede partiėle afgeleiden van een functie
gelijk zijn in een punt (a,b) als beide functies continu zijn op een cirkelschijfje rond dat punt (a,b).
Blijkbaar neemt Maple aan dat dit altijd geldt:
> | restart: D[1,2](f)-D[2,1](f); |
Voorbeeld 8 van § 14.3:
> | u := (x,y) -> exp(x)*sin(y); |
> | diff(u(x,y),x$2)+diff(u(x,y),y$2); |
Voorbeeld 9 van § 14.3:
> | u := (x,t) -> sin(x-a*t); |
> | diff(u(x,t),t$2)-a^2*diff(u(x,t),x$2); |
Voorbeeld 1 van § 14.4:
> | f := (x,y) -> 2*x^2+y^2; |
Het
raakvlak
aan de grafiek van
in het punt (1,1,3) is:
> | z = f(1,1)+D[1](f)(1,1)*(x-1)+D[2](f)(1,1)*(y-1); |
Figuur 2 kan nu alsvolgt worden geproduceerd:
> | with(plots): plot3d({2*x^2+y^2,4*x+2*y-3},x=-4..4,y=-4..4); |
> |