Klaas Pieter Hart
Vrijwel iedereen kent het volgende probleem wel.
We spannen een (niet rekbaar) touw om de aarde,
zeg over de polen langs de nulmeridiaan (en de -meridiaan natuurlijk).
Aan de Noordpool knippen we het touw open en voegen een stuk van één meter
lang in.
Als we het touw overal even hoog optillen hoe hoog komt het dan boven de aarde
te hangen?
Het antwoord, ongeveer
, verbaast de meeste mensen, tot je het
netjes voorrekent.
Oorspronkelijk is het touw
lang, waarin
de straal van de
aarde (in meters) is.
Waar we naar vragen is de straal van de cirkel waarvan de omtrek één meter
langer is, met andere woorden: bepaal
zó dat
.
Dat is heel makkelijk:
.
De berekening laat zien dat de waarde van niet belangrijk is: als de
omtrek van een cirkel één meter langer wordt gemaakt wordt de straal
bijna
langer.