Logaritmen werden door de Schot John Napier (1550-1617) bedacht om er snel
grote vermenigvuldigingen mee uit te kunnen voeren.
Dat gebeurde op basis van de eigenschap
.
Men werkte met het grondtal
omdat dat beter bij ons tientallig stelsel
past; in plaats van
schrijven we daarom nog steeds
.
Om, bijvoorbeeld,
te berekenen ging men als volgt
te werk.
Stap 1.
zoek en
op in een tabel.
Tabellen geven alleen logaritmen van getallen tussen
en
; dat is niet
erg want
en dus
.
Met behulp van mijn tabel heb ik gevonden dat
en
(ongeveer).
Stap 2.
Tel de logaritmen bij elkaar op:
; dit is de logaritme
van ons product.
Stap 3.
Zoek in de tabel de op met
(ongeveer):
en dus
(ongeveer).
Tegenwoordig doen we zo'n vermenigvuldiging op een rekenmachientje maar
dan lopen we soms tegen de beperkingen van het apparaat aan.
Mijn rekenmachine kan, bijvoorbeeld, niet weergeven:
bij
krijg ik nog
maar bij
krijg
ik Error.
Met de logaritmetoets is dat zo verholpen:
en
.
De som is
en
.
De
levert nog
en dus
is ongeveer
.
Opgave. Bepaal, met behulp van de - en
-toetsen,
een benadering van
; hoeveel cijfers heeft
?